Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR677303
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR677303/1
Treasury statuut Omgevingsdienst regio Utrecht
Geldend van 28-09-2017 t/m heden
Intitulé
Treasury statuut Omgevingsdienst regio UtrechtHoofdstuk 1 Treasury statuut
Paragraaf 1.1 Inleiding
In voorliggend Treasury statuut is artikel 12 uit de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet, nader uitgewerkt. Onder Treasury wordt verstaan het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.
Het Treasury statuut heeft tot doel een formeel kader te scheppen waarbinnen de treasuryactiviteiten van de gemeenschappelijk regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) dienen plaats te vinden. De hoofddoelstelling van de treasuryfunctie is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de vermogenswaarden, geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico's.
De wettelijke grondslag(en) of basis van de bevoegdheden zijn:
- •
Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido);
- •
Besluit lening voorwaarden decentrale overheden;
- •
Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;
- •
Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;
- •
Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
- •
Financiële verordening volgens artikel 212 Gemeentewet.
Paragraaf 1.2 Begrippenkader
In dit statuut wordt verstaan onder:
Derivaten |
Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren |
Financiering |
Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als uit vreemd vermogen |
Geldstromenbeheer |
Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie als tussen de organisatie en derden (betalingsbeheer) |
Intern liquiditeitsrisico |
risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen |
Kasgeldlening |
Lening (zowel opnamen, als uitzettingen) voor een bepaald bedrag en een vaste periode met een looptijd van maximaal één jaar |
Kasgeldlimiet |
Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de ODRU |
Koersrisico |
Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen |
Kredietrisico |
Het risico op een waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit |
Liquiditeitenbeheer |
Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar |
Liquiditeitsprognose |
Een prognose van inkomende en uitgaande geldstromen |
Rating |
Het door een rating-bureau afgegeven oordeel over de kredietwaardigheid van een instelling |
Renterisico |
Het effect van veranderingen van de (financiële) resultaten van de ODRU door rentewijzigingen |
Renterisiconorm |
Een bij aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het totaal van de begroting van de ODRU, dat bij de realisatie niet mag worden overschreden |
Rentetypische looptijd |
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening waarin sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding |
Saldobeheer |
Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen |
Rentevisie |
Toekomstverwachting over de renteontwikkeling |
Toezichthouder |
Het bestuursorgaan dat op grond van enige wettelijke bepaling is belast met het toezicht op de begroting van de ODRU |
Treasuryfunctie |
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten gericht op besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's |
Uitzetting |
Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen betreffen een rentetypische periode tot 1 jaar en langlopende uitzettingen betreffen een rentetypische periode van 1 jaar of langer |
Wet Fido |
Wet Financiering Decentrale Overheden |
Paragraaf 1.2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie van ODRU dient tot:
- •
het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
- •
het beschermen van ODRU vermogens en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's, zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's;
- •
het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- •
het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, de Regeling;
- •
uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden, het besluit Leningvoorwaarden;
- •
Decentrale Overheden en de limieten en richtlijnen van het treasury statuut;
- •
waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van treasury duidelijk worden geregeld.
Hoofdstuk 2 Risicobeheer
Paragraaf 2.1 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
- 1.
het verstrekken van leningen of garanties of het uitzetten van middelen is uitsluitend toegestaan uit hoofde van de "publieke taak", waarbij vooraf duidelijkheid over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij moet zijn verkregen. Met de vaststelling van de begroting, dan wel bijstellingen daarvan in de loop van het begrotingsjaar bepaalt het algemeen bestuur wat tot de taak van de gemeenschappelijke regeling wordt gerekend;
- 2.
ODRU kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasury statuut;
- 3.
het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
Paragraaf 2.2 Renterisicobeheer
- 1.
de kasgeldlimiet wordt niet overschreden, behoudens verkregen ontheffing van Gedeputeerde Staten van Utrecht, conform de Wet Fido. Dit wordt bij de begroting en jaarrekening in de paragraaf financiering berekend en gerapporteerd;
- 2.
de renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido. Dit wordt bij de begroting en jaarrekening in de paragraaf financiering berekend en gerapporteerd;
- 3.
nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;
- 4.
de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
- 5.
de rentevisie van ODRU wordt niet zelfstandig opgesteld. ODRU conformeert zich aan de rentevisie van de huisbankier of een andere vooraanstaande financiële onderneming;
- 6.
binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4 streeft ODRU tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van de uitzettingen.
Paragraaf 2.3 Koersrisicobeheer
- 1.
ODRU beperkt de koersrisico's op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito's;
- 2.
tevens beperkt ODRU de koersrisico's door conform artikel 2.5 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.
Paragraaf 2.4 Kredietrisicobeheer
- 1.
bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury geldt het volgende uitgangspunt:
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
- •
overheidsbank binnen het EMU-gebied met minimaal een AA-rating
- •
de Staat, conform de Wet Schatkistbankieren;
- •
- 2.
bij het verstrekken van leningen (uitsluitend uit hoofde van de publieke taak) worden zoveel mogelijk zekerheden geëist.
Paragraaf 2.5 Intern liquiditeitsrisicobeheer
ODRU beperkt haar interne liquiditeitsrisico's zo veel mogelijk door haar treasuryactiviteiten te baseren op beschikbare informatie waarmee een korte termijn liquiditeitsprognose (looptijd tot één jaar), opgesteld kan worden.
Paragraaf 2.6 Valutarisicobeheer
Valutarisico's worden in ODRU uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid, de Euro.
Hoofdstuk 3 Financiering ODRU
Paragraaf 3.1 Financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;
- 2.
financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde renterisico's te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;
- 3.
ODRU vraagt offertes op bij minimaal 2 ondernemingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden schriftelijk vastgelegd;
- 4.
het aantrekken van middelen teneinde deze te beleggen is niet toegestaan. Bij een lening voor projectfinanciering die niet volledig wordt opgenomen geldt dat daar waar het geld wordt geleend, dit ook wordt uitgezet.
Paragraaf 3.2 Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 2.2, 2.3 en 2.4 genoemde voorwaarden;
- 2.
ODRU vraagt bij minimaal 2 ondernemingen offertes op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan. Deze offertes worden schriftelijk vastgelegd.
Paragraaf 3.3 Relatiebeheer
De ODRU beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste ééns in de 4 jaar beoordeeld;
- 2.
bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 2.4 (AA rating).
Hoofdstuk 4 Kasbeheer
Paragraaf 4.1 Geldstromenbeheer
Teneinde de kosten van geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:
- 1.
het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;
- 2.
Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
Paragraaf 4.2 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
- 1.
ODRU streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;
- 2.
Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan ODRU kortlopende middelen aantrekken.
- 3.
Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 2.4 genoemde tegenpartijen toegestaan.
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle
Paragraaf 5.1 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze vastgelegd.
- 1.
bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat zoals aangegeven in dit treasurystatuut schriftelijk vastgelegd;
- 2.
bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
- 3.
iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);
- 4.
de uitvoering en de controle geschieden door afzonderlijke functionarissen;
- 5.
de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
- 6.
contractspartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie;
- 7.
een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;
- 8.
ten aanzien van de treasury functie vindt plaats door de controller. Daarbij worden minimaal de volgende aspecten betrokken:
a. juistheid, tijdigheid, volledigheid en relevantie van de managementinformatie;
b. rechtmatigheid van de administratieve verwerking;
c. borging van voldoende functiescheiding;
d. realisatie van de doelstellingen;
e. uitvoering van het beleid.
Paragraaf 5.2 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van ODRU staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Functie |
Verantwoordelijkheden |
Het algemeen bestuur |
|
Het dagelijks bestuur |
|
De portefeuillehouder financiën (lid DB) |
|
De directeur |
|
De controller |
|
(adjunct)directeur en afdelingshoofden en hoofd bedrijfsbureau in hun functie van (deel)budgethouders |
|
Adviseur A Planning & Control/Financiën |
|
De medewerker financiële administratie |
|
De externe accountant |
|
NB In geval van afwezigheid door: vakanties, ziekten, vacatures of anderszins gelden de normale vervangingsregels.
Paragraaf 5.3 Bevoegdheden
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Bevoegde functionaris (eerste handtekening) |
Autorisatie door (tweede handtekening) |
|
Saldo-, liquiditeiten en geldstromenbeheer |
||
1. Het uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekening |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur |
2. Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur |
3. Het aantrekken van vaste geldleningen, alleen na goedkeuring door dagelijks bestuur |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur, na goedkeuring door dagelijks bestuur |
4. Betalingsopdrachten voorbereiden en uitvoeren |
Medewerker Financiën & Administratie |
Adviseur A Financiën |
5. Autoriseren van betalingsopdrachten |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
(Adjunct)directeur en afdelingshoofden |
Bankrelatiebeheer |
||
Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur |
Bankcondities en tarieven afspreken |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur |
Financiering en uitzetting |
||
8. Het vaststellen van Kredietfaciliteiten |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur, na goedkeuring door dagelijks bestuur |
9. Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen zoals vastgelegd in het treasurystatuut |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur, na goedkeuring door dagelijks bestuur |
10. Het uitzetten van middelen via (staats)obligaties en onderhandse geldleningen zoafs vastgelegd in het treasurystatuut |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
Directeur, na goedkeuring door dagelijks bestuur |
11. Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak |
Het dagelijks bestuur |
Het algemeen bestuur |
12. Het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak |
Het dagelijks bestuur |
Het algemeen bestuur |
NB In geval van afwezigheid door: vakanties, ziekten, vacatures of anderszins gelden de normale vervangingsregels.
Hoofdstuk 5.4 Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen.
Informatie |
Frequentie |
Informatieverstrekker |
Informatieontvanger |
1. Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de iquiditeitenplanning |
doorlopend |
(adjunct)directeur, controller en afdelingshoofden en hoofd bedrijfsbureau |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
2. Liquiditeitenplanning |
maandelijks |
Adviseur A Planning & Control / Financiën |
(adjunct)directeur, controller, afdelingshoofden, hoofd bedrijfsbureau en portefeuillehouder financiën dagelijks bestuur |
3. Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting |
jaarlijks |
Directeur, voorbereid door Adviseur A Planning & Control en controller |
Het algemeen bestuur |
4. Evaluatie en verantwoording treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van de jaarrekening |
jaarlijks |
Directeur, voorbereid door Adviseur A Planning & Control en controller |
Het algemeen bestuur |
Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art.8 Wet Fido |
jaarlijks |
Controller, voorbereid door Adviseur A Financiën & Administratie |
Derden |
Lenings-/ garantiebesluiten |
Binnen 14 dagen na besluit |
Het dagelijks bestuur |
Toezichthouder |
Hoofdstuk 6 Besluit
Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst regio utrecht (ODRU);
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur;
Gelet op de wet Financiering decentrale overheden en de Wet Schatkistbankieren;
Besluit:
het Treasury statuut vast te stellen. Deze regeling treedt in werking per 1 oktober 2017.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. 28 september 2017.
Ondertekening
G.F. Naafs
De VoorzitterJ. Post
De Secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl